Ronald Reagan introduceerde in Amerika 'Big Tent' politiek. Hij stelde de Republikeinse partij voor als een partij met een brede ideologie, waar stemmers met allerlei achtergronden en ideeën welkom waren. Hierdoor verwaterde het conservatieve gedachtegoed van de partij, maar won de partij aan populariteit, wat zich vertaalde in twee zittingstermijnen voor 'The Great Comunicator' zoals Reagan bekend kwam te staan.
In de Surinaamse politiek zijn er een aantal politici geweest die de Big Tent aanpak met succes hebben weten toe te passen. Het model is simpel, omdat de Surinaamse politiek tot op heden, met enkele uitzonderingen daargelaten, minder langs ideologische lijnen loopt, dan langs bijvoorbeeld regionale of etnische lijnen.
Politieke leiders hebben ontdekt dat het verwelkomen van voormalige rivalen winst kan betekenen, mits de alpha hond zijn weg naar boven weet te bijten. Deze tactiek heeft gewerkt voor Brunswijk bij zijn overname van de Acombinatie, voor Bouterse bij het terughalen van de dissidenten uit 2000 en voor Somohardjo bij het verwelkomen van veelbelovende rivalen als Moestadja en Sapoen.
De VHP heeft haar deuren geopend voor de dissidenten die in 1996, al dan niet met medeweten en/of ondersteuning van de partijleiding de overstap maakten naar de NDP. De focus op etnische politiek wordt zelfs verder doorgetrokken want ook aan politici uit partijen die nooit gelieerd zijn geweest aan de VHP, maar wel tot de dominante bevolkingsgroep van die partij toebehoren zijn verschillende beloften in het vooruitzicht gesteld met hoop op recrutering.
Wat Alendy, Sapoen en Wijdenbosch, die zichzelf ten tijde van het aangaan van de partnerschappen onderschat hebben, is de monistische cultuur die nog steeds heerst binnen de Surinaamse partijpolitiek. De politiek is op partijniveau nog steeds ontzettend voorzittergericht. Hoewel politici als Venetiaan via het wetenschappelijk instituut en ironisch genoeg Jessurun via zijn beweging in het verleden invloed hebben weten te winnen voor andere delen van de partij en beiden met enig succes de top down cultuur voor enige tijd hebben weten aan te tasten, is participatie en consensus bestuur niet de manier van zaken doen. Men erkent een leider, een baas, een gezicht. Deze alpha hond op zijn beurt laat weinig ruimte voor overleg. Wanneer de samenwerkingsgezinde denkers dit beseffen, rest meestal alleen nog de compromispositie die ze aangenomen hebben, zij het een ministerie (waarbij ontslag elk moment dreigt) of een plek als lijstduwer bij de verkiezingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten